Informatiebijeenkomst VONK*

Informatiebijeenkomst VONK*

Verslag informatiebijeenkomst VONK* 21 januari 2021

Op donderavond 21 januari vond een online informatiebijeenkomst plaats over de doorontwikkeling van de preHistorisch Dorp naar het nieuwe museumconcept VONK*. Ruim 70 belangstellenden werden via een Zoombijeenkomst geïnformeerd over het idee achter het nieuwe museumconcept, de aanpak en de ruimtelijke scenario’s. Deelnemers konden zowel vooraf als tijdens de bijeenkomst vragen stellen en opmerkingen maken. 

De avond resulteerde in een grote hoeveelheid opmerkingen, ideeën en suggesties. In totaal 174 regels in de Q&A, waarvan een deel vragen over het gepresenteerde. Veel vragen gingen over de locatiekeuze (waarom in de Genneper Parken?) en over parkeren en bereikbaarheid. Onderstaand zijn de reacties en inzichten van de deelnemers op hoofdlijnen beschreven. Daarnaast is een overzicht van de vragen opgenomen achteraan in dit verslag.
 
De toelichting bestond uit 3 rondes. Na iedere ronden werden vragen beantwoord. 

1. VONK* in de Genneper Parken 

Directeur van het Eindhoven Museum, Ward Rennen, geeft een toelichting op het nieuwe museumconcept met de naam VONK*. Het museum wordt een laagdrempelige plek in Eindhoven waar de geschiedenis van de stad en de Brainportregio – van 0 tot nu - wordt verteld. Geschiedenis mee maken staat centraal: de bezoeker wordt – door op verschillende manieren mee te werken aan de bouw van objecten – meegenomen in de historische context van de regio. 

Er worden veel vragen gesteld over de keuze voor de locatie in de Genneper Parken. Enkele deelnemers zien het museum liever elders uitbreiden. Ward licht toe dat de Genneper Parken een prachtige en zeer geschikte locatie is, waar zowel praktisch als inhoudelijk een verbinding gemaakt kan worden tussen het verhaal van het museum en het landschap. Bovendien is het mogelijk hier een binnen én buitenmuseum te maken. Daarbij heeft in 2019 een haalbaarheidsstudie plaatsgevonden waarbij verschillende locaties in Eindhoven zijn onderzocht. Alle andere locaties zijn – hoofdzakelijk om financiële en praktische redenen – niet haalbaar gebleken. Gemeente Eindhoven heeft dit vastgesteld en ingestemd met nadere uitwerking van VONK* in de Genneper Parken.
 
Er wordt geïnformeerd naar (bestuurlijke) stukken waarin dit is vastgelegd. Daarbij wordt verwezen naar de Raadsinformatiebrief op de website van de gemeente Eindhoven.

Verder komen er vragen over de beoogde bezoekers. Het museum beoogt ca. 100.000 bezoekers per jaar te ontvangen. Daarbij zal het museum jaarrond open zijn. Nu is het preHistorisch Dorp 7 maanden per jaar open. 

2. Ruimtelijke Verkenning: Proces en Planning 

Linda Blaauboer, Projectleider, presenteert het kader van de ruimtelijke verkenning, de aanpak, afstemming met de omgeving en de planning. Het zoekgebied – waarmee de verkenning is gestart, bestaat uit alle percelen rondom het preHistorisch Dorp. Scenario 0, zoals dat eerder in het bidbook was gepresenteerd met een sprong over de Tongelreep, is vanwege ecologische, technische en ruimtelijke bezwaren niet verder uitgewerkt. Er liggen nu 2 scenario’s voor, die in samenspraak met de werkgroep tot stand zijn gekomen. 

Er worden vragen gesteld over de vertegenwoordiging vanuit de wijken en op welke manier inspraak mogelijk is binnen het beoogde tijdspad. Linda licht toe dat een verzoek is gedaan aan leden van de klankbordgroep Genneper Parken om deel te nemen aan de werkgroep. Enkele partijen kiezen deel te nemen, anderen kiezen om niet te deel te nemen. In de werkgroep zijn aanvullend enkele bewoners, medewerkers en een vertegenwoordiging vanuit het onderwijs toegetreden. Ook groepen die niet deelnemen aan de werkgroepen worden via de klankbordgroep op de hoogte gehouden van de ontwikkeling. Bewoners ontvangen bovendien een nieuwsbrief in de bus. Informatieavonden zoals deze zijn een manier om in te spreken op de plannen. Er zal t.z.t. nog een avond worden georganiseerd, waarbij gereageerd kan worden op het conceptplan. Er kan ook tussentijds via de website of via mail een reactie worden gegeven.
 
Ook wordt gevraagd hoe wordt omgegaan met de huidige gebruikers van de percelen die onderdeel uitmaken van de scenario’s. Men is met name benieuwd naar de verkeerstuin. Linda geeft aan dat er vanuit het museum goed contact is met alle gebruikers. Genneper Hoeve en Dahliatuin nemen tevens deel aan de werkgroep. Het museum heeft de gemeente – als eigenaar van de gronden – gevraagd naar de mogelijkheden op de aangegeven gronden. Wanneer hier meer duidelijkheid over komt, kan een keuze voor één van de denkrichtingen worden gemaakt en start verdere uitwerking tot een inrichtingsplan voor het museumpark. 

3. Twee scenario’s 

Marco Vermeulen geeft een toelichting op de totstandkoming van de 2 scenario’s, waarna hij de opzet en voor- en nadelen van iedere variant presenteert. De scenario’s betreffen een eerste denkrichting voor de inpassing van het museum in de omgeving, gericht op het bepalen van de ontwikkelrichting, het is nog geen inrichtingsontwerp. In beide scenario’s wordt beoogd met karakteristieke landschappelijke structuren en erfafscheidingen te werken. 

Er komen veel vragen over verkeer en parkeren. Marco licht toe dat in deze fase een eerste vingeroefening is gedaan; er is op basis van een aantal parameters (bijvoorbeeld oppervlakte van het gebouw, functionaliteiten en bezoekersaantallen) een aantal parkeerplaatsen berekend. Alle parkeerplaatsen die nodig zijn – aanvullend op de reeds aanwezige parkeerplaatsen – zijn ingepast in de scenario’s op het beoogde terrein van het museum. In een volgende fase zal nader onderzoek plaatsvinden en zal e.e.a. nauwkeuriger worden berekend en uitgewerkt. Er worden vanuit de deelnemers verschillende suggesties gedaan: stimuleren van gebruik van OV, gebruik maken van de P&R, invoeren van betaald parkeren (of juist niet), samenwerking met Clarissenklooster. Linda geeft aan dat deze mogelijkheden bij nadere uitwerking van het plan nader onderzocht zullen worden. 

Er worden enkele vragen gesteld over de ecologische meerwaarde en de ‘plus’ voor cultuurhistorie en groen die het museum wil maken. Marco ligt toe dat het plan onderdeel uitmaakt van de groenblauwe mantel. De Groenblauwe mantel biedt ruimte voor ontwikkeling van gebruiksfuncties mits deze bijdragen aan de kwaliteiten van natuur, water en landschap. Daarom is met de gemeente afgesproken dat het museum zoekt naar mogelijkheden om meer te doen dan wat wettelijk verplicht is op het gebied van groencompensatie. Dat kan zijn meer in oppervlakte of in kwaliteit. In overleg met het waterschap is aangegeven dat er kansen liggen om een natuurvriendelijke oever te maken in de Vleut. Dat zou een vorm van compensatie kunnen zijn, die tevens bijdraagt aan de ecologische dooradering van het gebied. Hetzelfde geldt voor het aanbrengen van gebiedseigen landschapselementen zoals houtwallen en singels.

Afsluiting 

Aan het einde van de bijeenkomst wordt een poll gehouden waarbij de deelnemers wordt gevraagd om een voorkeur uit te spreken voor een van de scenario’s. In totaal brachten 35 mensen hun stem uit. 33 stemmers (95%) spraken een voorkeur uit voor scenario 1 (inclusief voormalig baggerdepot en een deel van terrein Leeuw), 2 mensen (5%) stemde op scenario 2 (inclusief voormalig baggerdepot en dahliatuin). In de Q&A hebben enkele mensen ook aangegeven niet voor een van de twee scenario’s te willen kiezen. 

Tijdens de afsluiting wordt nog gewezen op de website en verschillende manieren om op de hoogte te blijven. 

Klik hier voor een overzicht van alle vragen en antwoorden tijdens deze informatiebijeenkomst